Het stikstofprobleem vraagt om leiderschap

Nederland kent een stikstofoverschot dat grote gevolgen heeft voor kwetsbare natuurgebieden en voor de volksgezondheid, aldus het eerste advies van het Adviescollege Stikstofproblematiek.

Het stikstofoverschot is geen voorbijgaand probleem. Zolang de overmatige emissie van stikstof in Nederland doorgaat, blijft grote schade veroorzaakt worden aan natuur en volksgezondheid, maar ook aan de economie.

In het rapport ‘Het stikstofprobleem vraagt om leiderschap’ (versie 2) wordt de omvang van het probleem nader onderzocht en worden vier opgaven geschetst waar Nederland de komende jaren voor gesteld staat. Dit zijn:

  1. In 2030 moet de generieke stikstofdepositie op Nederland met 46 kiloton verminderd zijn (dit is 70% reductie van de totale Nederlandse emissie).
  2. Bij Natura 2000-gebieden waar de stikstofdepositie hoger blijft dan de kritische depositiewaarde (KDW), moet de lokale emissie aanzienlijk extra worden verminderd.
  3. Zolang de depositie op deze gebieden hoger is dan de KDW, mogen geen nieuwe activiteiten gestart worden die extra stikstofdepositie op deze gebieden veroorzaken; dit betekent in de praktijk dat Nederland grotendeels op slot zit.
  4. Waar nodig moeten bij Natura 2000-gebieden ook maatregelen tegen verdroging en verstoring plaatsvinden, en moet direct met natuurherstel gestart worden.

Daarna onderzoekt het rapport welke maatregelen op hoofdlijnen kunnen worden getroffen. Met de maatregelen die momenteel verwacht worden (maar merendeels nog niet zijn aangekondigd), kan een vermindering van circa 1,5 kiloton stikstofdepositie worden bereikt.
Met een zeer grote inspanning buiten de landbouwsector kan de depositie verlaagd worden met circa 5 kiloton. Dit zou een combinatie zijn van forse maatregelen als het inperken van de verkeersomvang met 15%, een krimp van de luchtvaart met 25%, het afdwingen van filters in alle industrie die stikstof uitstoot, en 25% extra reductie van het gebruik van fossiele brandstoffen.

Daarnaast stelt het rapport dat een zeer zware reductie nodig is van de stikstofdepositie die de landbouw veroorzaakt, minimaal 41 kiloton stikstof. Technische maatregelen in de veeteelt en akkerbouw zijn volstrekt ontoereikend om deze reductie te bereiken. Alleen met een aanpak bij de bron is genoeg stikstofreductie te behalen, wat een zeer grote beperking van veevoerimport en het gebruik van kunstmest inhoudt.

Er valt niet te ontkomen aan de conclusie dat het stikstofprobleem alleen is op te lossen met ingrijpende maatregelen. Dit vraagt om een grote inzet van iedereen. Als sluitstuk van deze analyse schetst het rapport daarom een ruwe aanpak voor een haalbare stikstofreductie binnen tien jaar.

Download ‘Het stikstofprobleem vraagt om leiderschap’
(versie 2, 24 april 2020)

Voor oudere versies, klik hier